PlayStation 5

Review
Robert Zomers op 12 november 2020
PlayStation 5

Met trillende handen

Het is in heel veel opzichten een bijzonder jaar. Een jaar dat we gelukkig af mogen sluiten met een nieuwe generatie consoles. Sony zet met de PlayStation 5 hoog in op design en innovatie, waarbij laatstgenoemde uit een onverwachte hoek komt. Wij mochten een week lang aan de slag met de console die ons de komende jaren van PlayStation exclusives en andere games moet gaan voorzien.

Teraflops, Zen 2-cores en andere hippe termen vlogen ons om de oren tijdens de verschillende presentaties waarin Sony de PlayStation 5 steeds verder uit de doeken deed. Een hoop dure taal voor een console, die er juist voor moet zorgen dat gamen zo eenvoudig is dat je alleen maar je televisie aan hoeft te zetten en een controller op hoeft te pakken. Gelukkig kan dat gewoon met de PlayStation 5, met opnieuw mooiere graphics, kortere laadtijden en een bijzondere controller.

Een veelbesproken design

Wanneer je een succes als de PlayStation 4 in handen hebt is het altijd een grote uitdaging om dit succes te overtreffen. Aan het design van de nieuwe console van Sony zal het in elk geval niet liggen, want daar doet de fabrikant geen concessies. Het ontwerp is bedoeld om rechtop naast je televisie in de woonkamer te staan en trekt behoorlijk de aandacht.  

Dat heeft niet alleen te maken met de golvende, witte behuizing, maar ook met het feit dat de console bijna 39 centimeter hoog is. Daarmee is de PlayStation 5 op zijn minst aanwezig te noemen en dat is minder goed nieuws voor iedereen die niet zo zit te wachten op een aandachtstrekker op zijn televisiekast. De grote kast zorgt er in elk geval voor dat de warmte goed kan worden afgevoerd, want de PlayStation 5 blijft bijzonder koel. Daarbij is het erg prettig dat het niet klinkt alsof er een straalvliegtuig probeert op te stijgen, zoals bij de PlayStation 4 het geval is. De enige keer dat we de PlayStation 5 merkbaar hoorden tijdens het gamen was toen we een game gingen installeren vanaf een schijfje. 

Gelukkig kun je de de PlayStation 5 met een ingenieus systeem ook horizontaal in je televisiekast leggen. De voet waar de console op staat dient als steun om de console plat te leggen, waarna de PlayStation 5 zichzelf op zijn plek houdt door zijn eigen gewicht. Hierdoor is de console meteen een stuk minder aanwezig. Zelfs de wat dikkere variant met disclade die wij hebben getest valt horizontaal goed weg in een televisiekast. 

Aan de voorkant van de console vinden we een aan/uit-knop die een stuk makkelijker in te drukken is dan bij de originele PlayStation 4. Mocht je de versie met disclade hebben, dan vind je hiernaast ook een eject-knop. Jammer is dat juist dit zwarte deel van de PlayStation 5 in hoogglans is afgewerkt, waardoor vingerafdrukken goed zichtbaar zijn. Tot slot vinden we hier nog een USB-A- en een USB-C-poort. 

Mocht je meer randapparatuur aan de PlayStation 5 willen hangen, dan moet je aan de achterzijde zijn. Hier zitten 2 USB 3.0-poorten, een ethernetpoort, een HDMI-poort en een ingang voor de voedingskabel. Het is erg prettig dat er net zoals bij de PlayStation 4 geen adapter aan de voedingskabel hangt.

Ingetogen interface

Niet alleen aan de hardware is het nodige veranderd, ook het besturingssysteem heeft een flinke update gehad, al is hier het design juist ingetogen en minimalistisch. Wanneer je de PlayStation 5 opstart kom je, eenmaal ingelogd, op een homescherm terecht waar je de negen games ziet staan die je als laatste gespeeld hebt. Op de tiende positie staat vervolgens een snelkoppeling naar de volledige gamebibliotheek. 

Wat opvalt is dat hier niet langer media-apps als Netflix of Twitch tussen staan. Deze hebben een eigen media-tabblad gekregen. Dit maakt het homescherm meteen een stuk overzichtelijker. Daarnaast is er gekozen voor een minimalistisch ontwerp met kleinere iconen, waardoor het meteen een stuk frisser voelt dan het menu van de PlayStation 4. 

Verder voelt dit deel heel erg vertrouwd als je van de PlayStation 4 vandaan komt. Waar de echte verandering zit, is het nieuwe control center, zoals Sony het nieuwe menu noemt. Wanneer je in een game of applicatie zit kun je met een enkele druk op de PlayStation-knop op de controller dit menu oproepen. Vanuit hier kun je onder andere informatie over de game zien, contact zoeken met vrienden en instellingen wijzigen. 

Dit lijkt een kleine toevoeging, maar het bespaart je een hoop klikken wanneer je tijden het gamen iets wilt checken of aanpassen. Het is met recht een next-gen feature te noemen en toen ik voor een paar testjes weer even op de PlayStation 4 vanuit de game naar de instellingen wilde, viel het meteen op hoe irritant het eigenlijk is om zo vaak te moeten klikken om bij de instellingen te komen. Daar komt nog bij dat je het control center kunt aanpassen en alleen die functies kunt weergeven die jij vaak gebruikt.

In dit control center zie je ook hoever je bent met het behalen van bepaalde doelen in een game, zoals collectibles in Marvel’s Spider-Man: Miles Morales. Daarnaast kunnen ontwikkelaars hier tutorials toevoegen en nieuwsberichten weergeven over een game. Dit was tijdens het testen nog allemaal wat beperkt, maar ik voorzie mogelijke ergernissen als ontwikkelaars hier veel informatie in willen gaan proppen en DLC willen pushen naar gebruikers.

[image_with_animation image_url=”33429″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Een 'standaard' controller

Het ontwerp van de PlayStation 5 is zeer gewaagd en het besturingssysteem heeft een goede opfrisbeurt gehad, maar waar Sony echt een extra stap zet deze generatie is de controller. De nieuwe technieken die Sony in de controller gestopt heeft zijn indrukwekkend en ook aan het nieuwe design merk je dat hier extra aandacht aan is besteed. 

De controller ligt een stuk fijner in de hand door een wat vollere body. Hierdoor werd de DualSense-controller meteen vergeleken met de Xbox-controller en misschien niet helemaal onterecht. Dit nieuwe ontwerp zorgt er echter voor dat ik geen kramp meer krijg van het herhaaldelijk indrukken van de triggers, dus ik beschouw dit als een goede keuze van Sony, net als de nieuwe USB-C-ingang om de controller op te laden en een oplichtende mute-knop om de ingebouwde microfoon uit te schakelen zonder door een menu heen te hoeven.

Daarnaast voelt de controller premium aan door de strakke afwerking die past bij het ontwerp van de console zelf. Dit gevoel wordt versterkt door het detail van het reliëf op de grips van de controller, dat bestaat uit kleine PlayStation-knoppen. Hierdoor heb je meteen het gevoel dat je iets speciaals in handen hebt, ondanks dat het de ‘standaard’ PlayStation 5-controller is. De focus op vormgeving blijkt overigens ook uit de face-buttons van de controller zelf: deze zijn namelijk niet langer gekleurd in pastel groen, rood, blauw en roze, waardoor het witte design nog meer tot zijn recht komt.

[image_with_animation image_url=”32384″ alignment=”” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

“Je hebt meteen het gevoel dat je iets speciaals in handen hebt, ondanks dat het de ‘standaard’ PlayStation 5-controller is.”

Nintendo-achtige foefjes

De meest eenvoudige manier om de nieuwe technieken van de DualSense-controller uit te proberen is door Astro’s Playroom te spelen. De game is gratis te spelen voor iedereen met een PlayStation 5 en mocht je een van de gelukkige bezitters zijn van de nieuwe console, dan raad ik je aan om de game in elk geval even te proberen. 

Hier merk je namelijk wat de nieuwe DualSense-controller allemaal kan en kun je voor het eerst voelen hoeveel weerstand de adaptive triggers kunnen geven. Zo voel je de triggers meer weerstand geven wanneer je een boog probeert te spannen, waardoor je opeens veel meer het gevoel krijg dat je echt aan het boogschieten bent. Het is maar goed dat Astro’s Playroom je alleen incidenteel de triggers laat indrukken met weerstand, want anders voorzie ik een hoop wijsvingers met spierpijn. 

Verder laat de game je de controller heen en weer zwiepen alsof het een Wii Remote is. Daar hield de gekkigheid die we normaal alleen gewend zijn van Nintendo niet op, want op een gegeven moment moest ik in de microfoon van de controller blazen om verder te komen in een level. Heel even was het weer 2005 toen ik voor het eerst een Nintendo DS in handen kreeg en ballonnen moest opblazen in Mario Kart, en dan hebben we het nog niet eens gehad over de mogelijkheden van de touchpad die is overgebracht van de DualShock 4.

[image_with_animation image_url=”32377″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Goede vibraties

De meeste indruk maakt de haptic feedback zoals Sony dat zelf noemt, waarmee gebeurtenissen in de game worden ondersteund met trillingen in de controller. Dat is sinds de rumble pack voor de Nintendo 64-controller niet bepaald een nieuwe techniek, maar het is wel de meest geavanceerde toepassing die ik tot nu toe heb gevoeld in een standaard controller. 

De trillingen kunnen heel sterk of juist heel subtiel zijn en kunnen door de controller heen bewegen. Uiteraard laat Astro’s Playroom de nauwkeurigheid van deze haptic feedback goed voelen, tot op het niveau dat de controller je kan laten merken dat je op zand loopt of op een metalen ondergrond. 

Ook in Marvel’s Spider-Man: Miles Morales werd deze nieuwe techniek meteen gedemonstreerd tijdens een achtervolging met bad-guy Rhino. Iedereen die Spider-Man op de PlayStation 4 heeft gespeeld weet dat dit geen kleine jongen is en wanneer Rhino van rechts naar links over het beeld door de straten van New York stampt, voel je precies waar het zwaargewicht door het beeld liep via de controller en dat voegt echt een nieuwe dimensie toe aan de game-ervaring.

Wat opvalt is dat deze extra trillingen en andere functionaliteiten niet ten koste gaan van de batterijduur van de controller. De accu gaat rustig 12 uur mee. We hebben de controller natuurlijk nog maar een korte periode kunnen testen, dus we kunnen nog weinig zeggen over de levensduur van de batterij en of deze beter is dan bij de DualShock 4. In elk geval heb je niet meer twee controllers nodig om zonder draad langer dan een uurtje of vijf te spelen, dus dat is in elk geval een vooruitgang.

[image_with_animation image_url=”33434″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

We gaan een hoop tijd overhouden

Niet alleen de controller is een wereld van verschil, maar natuurlijk ook de next gen-inhoud van de PlayStation 5. Waar Astro’s Playroom vooral een demonstratie is van de DualSense-controller, lijkt Marvel’s Spider-Man: Miles Morales te zijn bedoeld als demo voor de nieuwe raytracing-effecten die met de nieuwe Ryzen GPU mogelijk zijn. De bevroren straten van New York zijn namelijk perfect om eens lekker uit te pakken met de reflecties die door raytracing mogelijk zijn en dat is een genot om naar te kijken. Daarnaast draait de game ook nog eens in 4K en met raytracing aan ruim boven de 30 fps, waarmee deze console van 499 euro menig pc-bezitter even zal laten slikken. 

Mooiere games zijn natuurlijk fijn, maar het echte verschil wordt gemaakt met de SSD. Hier is echt een enorme slag gemaakt ten opzichte van de PlayStation 4 die het nog met een harde schijf moest doen. Ter illustratie: op de PlayStation 5 kost het nog geen 13 seconden om bij het titelscherm van Destiny 2 te komen en kon ik binnen een minuut een bestemming kiezen voor mijn Guardian. Op de PlayStation 4 kost het 40 seconden om in het titelscherm te komen en bijna 4 minuten voordat ik met mijn Guardian de hort op kan. 

En dan hebben we het over een game die nog niet is geoptimaliseerd voor de PlayStation 5, dus het kan goed zijn dat de laadtijden nog verbeteren voor oudere titels. In Marvel’s Spider-Man: Miles Morales gaat het in elk geval lekker snel: daar zwaai je binnen vijf seconden door de straten van New York als je een savegame laadt vanaf het titelscherm opstart.

Thuiskomen met wat horten en stoten

Niet elke game werkte beter op de PlayStation 5. Zo had God of War flink last van framedrops op de nieuwe console. Hoewel deze game zoals de meeste PlayStation 4-titels compatibel is met de nieuwe console, wil dat niet zeggen dat de game ook helemaal lekker draait. Nu zal God of War als first-party-titel snel een patch krijgen om dit soort problemen te verhelpen, maar ik vraag me af of er niet meer games zullen zijn met problemen die niet de first-party-behandeling krijgen.

Toch is het fijn dat je je niet meteen druk hoeft te maken of je wel wat te spelen hebt op de PlayStation 5 met de launch. Het overzicht van echte PlayStation 5-games is nog niet bepaald indrukwekkend en dan rekenen we de zoveelste heruitgave van Grand Theft Auto 5 voor het gemak nog even mee. Maar het is zeker de moeite waard om sommige PlayStation 4-games opnieuw op te pakken en die nu in volle glorie te kunnen spelen. 

Zeker wanneer je net als ik nooit bent geüpgraded naar een PlayStation 4 Pro is het bijzonder om Horizon Zero Dawn nog een keer op te starten en hem in 4K met HDR te spelen. Door deze backwards compatibiliteit begin je niet opnieuw met de PlayStation 5, maar is het echt thuiskomen. Thuiskomen in een flink groter en chiquer huis met meer teraflops welteverstaan.

[image_with_animation image_url=”33395″ alignment=”” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

“Het is afwachten of dat klopt en de gemiddelde gebruiker straks prima uit de voeten kan met de 1 TB.”

Problemen met opslag in de toekomst?

Denk er wel even goed over na of je meteen je volledige collectie aan PlayStation 4-games op de SSD van de PlayStation 5 wilt knallen. Van de 1 TB blijft er na de ruimte die het besturingssysteem in beslag neemt en een slordige afronding naar beneden ongeveer 660 GB over. Alle PlayStation 5-games moeten verplicht op deze SSD geïnstalleerd worden. Dat zal bij de launch nog geen probleem zijn gezien de line-up aan PlayStation 5-titels, maar ik voorzie toch opnieuw problemen met de beperkte ruimte en de steeds groter wordende gamebestanden. Ja, we kijken naar jou Call of Duty: Warzone. 

Nu is het zo dat assets laden van een SSD dermate verschilt met laden van een draaiende harde schijf, dat het volgens experts mogelijk is dat games voor consoles met een SSD kleiner kunnen worden of in elk geval ongeveer evenveel ruimte in beslag nemen. Het is afwachten of dat klopt en de gemiddelde gebruiker straks prima uit de voeten kan met de 1 TB. 

De PlayStation 5 heeft wel een slot waar een extra SSD toegevoegd kan worden. Sony heeft alleen op het moment van schrijven nog niets bekendgemaakt welke SSD’s hiervoor geschikt zullen zijn. Vooralsnog is dat echter het enige punt waar de PlayStation 5 tegen grenzen aan zal lopen. Ontwikkelaars hebben met de nieuwe hardware aanzienlijk meer rekenkracht tot hun beschikking, waar ze naar alle waarschijnlijkheid hele mooie dingen mee kunnen gaan doen. Het is te hopen dat dezelfde ontwikkelaars ook niet vergeten om even Astro’s Playroom te spelen om erachter te komen wat er allemaal mogelijk is met de DualSense-controller, want daar ligt wat mij betreft de echte innovatie van de PlayStation 5.

{!{wpv-view name=’review-blok’}!}

Geschreven door:

[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]