Metroid Dread

Review
Jermaine van Haarlem op 20 oktober 2021
Metroid Dread

Geen roestplek te zien

Ze wist als ukkepuk een aanval van ruimtepiraten te overleven, groeide op bij een buitenaards ras en nam een baantje als premiejager. Samus Aran is na jarenlang knokken met Metroids, parasieten en draken terug in een nieuw avontuur. Deze keer geen buitenaardse wezens, maar een AI die het gemunt heeft op Samus. Is de formule van de franchise nog steeds sterk genoeg in Metroid Dread?

De Metroid-franchise bestaat inmiddels al 35-jaar en blijft nog steeds een van de populairste namen bij Nintendo. Ondanks de lange stilte werd een tijd terug Metroid Prime 4 aangekondigd, waarin we met Samus opnieuw op avontuur gaan in een 3D-wereld. Metroid Dread hoort echter bij de verhaallijn die zich in de 2D-reeks afspeelt. Hierin knokt Samus tegen de X-parasieten, maar in dit laatste deel ook tegen een agressieve AI.

Ik dacht dat we vrienden waren...

We bevinden ons op de planeet ZDR. Hier is sinds tijden nieuw beeldmateriaal van een X-parasiet opgedoken en deze X-parasieten hebben in voorgaande delen voor flink wat problemen gezorgd. Samus is de enige met immuniteit tegen dit virus en daardoor de optimale kandidaat om naar ZDR te gaan. Eenmaal aangekomen wordt Samus compleet ingemaakt door een Chozo. De Chozo is nou net het ras dat Samus Aran van kinds af aan heeft opgevoed en beschermd. Na het gevecht wordt Samus wakker zonder haar speciale krachten. Wat er precies aan de hand is met deze Chozo blijft voor dan nog even een mysterie.

Zoals in alle games uit de franchise, moet je dus weer je speciale krachten verzamelen om bepaalde locaties te bereiken. Gelukkig zit er een flink tempo in het spel, waardoor dit nooit als een zware klus voelt. Zo zijn er de standaard upgrades waarmee je speciale deuren kunt openen of waarmee je net door die smalle opening kunt glippen, maar ook nieuwe vaardigheden zoals over de grond glijden of tegen muren plakken. Dit maakt het teruggaan naar ‘oude’ locaties ook een stuk leuker, want er valt steeds iets nieuws te ontdekken.

E.M.M.I.-zing spannend

Wat meteen opvalt is dat Metroid Dread in een constante 60 frames per seconde weet te draaien. Dit is ook echt nodig, want je moet soms aardig snel schakelen tussen verschillende upgrades of wanneer je een ontsnappingsroute moet kiezen. Samus glijdt soepel door ZDR alsof ze er haar hele leven heeft gewoond.

De vijanden hebben elk hun eigen tactiek om ze te verslaan. Zo zijn er vijanden die naar je toe sprinten, waarbij jij moet timen wanneer je ze kunt raken, en zijn hun soortgenoten net iets sneller of kunnen ze alleen gedood worden door raketten. Wel komt het voor dat vijanden een soortgelijk uiterlijk hebben, maar net met een andere kleur of detail.

De nieuwe E.M.M.I.-robots zijn absoluut het hoogtepunt van de game. Deze robots behoorden ooit tot jouw bondgenoten van de Galactische Federatie, maar zijn opeens overgenomen door een kwaadaardige AI. Er zijn in totaal zeven robots waarvan elk een eigen regio heeft. Tussen de E.M.M.I.’s zit ook nog variatie. Zo is er een die extra snel is of een die jou tijdelijk kan bevriezen. 

Deze robots kun je niet met jouw eigen wapens verslaan, dus wanneer je ze tegenkomt kun je maar beter wegrennen. Dit wegrennen maakt het ontzettend spannend, want de vijanden zijn bizar snel, waardoor elk klein foutje meteen wordt afgestraft. In elke regio is een tijdelijk wapen verstopt dat zo’n E.M.M.I. wel kan uitschakelen. 

[image_with_animation image_url=”37913″ animation=”Fade In” hover_animation=”none” alignment=”center” border_radius=”none” box_shadow=”none” image_loading=”default” max_width=”100%” max_width_mobile=”default”]

Met zijwieltjes en toch kortademig

Metroid Dread ziet er grafisch ontzettend sterk uit door de gedetailleerde achtergronden en draait zoals ik al benoemde in een stabiele 60 fps. Daarnaast zijn er nauwelijks laadschermen te bekennen; alleen tijdens het wisselen van biome ligt de gameplay even stil. Gelukkig lost ontwikkelaar MercurySteam dit op met cutscenes op deze momenten, waardoor het wachten nooit als een probleem voelt. Een ander visueel sterk element zijn de biomes. Elke biome heeft zo zijn unieke stijl, maar is toch herkenbaar als een en dezelfde planeet. 

De game is ongeveer in tien tot twaalf uur 100% uit te spelen, maar je kunt de game daarna nog op een hogere moeilijkheidsgraad zetten. Hoewel de game niet bijzonder lang is, maakt de kwaliteit hiervan meer dan goed. Na je eerste playthrough is er nog genoeg bonus-content vrij te spelen, waardoor je dus nog een aantal uren bij je speeltijd kunt optellen. Van begin tot eind heb ik mij niet verveeld en was er constant iets nieuws te ontdekken. Regelmatig komt het voor dat je minutenlang dwaalt in een gebied en opeens toch een geheime gang ontdekt waar je dan doorheen kunt glippen.