Dirt 5

Review
Kevin Rombouts op 7 november 2020
Dirt 5

Sim-fans zijn aan het verkeerde adres

Een racegame is een racegame, is een racegame, is een racegame, zo zou de leek zeggen. Fans van alles met vier (of twee) wielen en een benzinemotor weten echter wel beter. Het verschil tussen arcade- en simulatiegames is als dag en nacht. Een keuze maken is dan ook niet altijd even makkelijk, zo heeft Codemasters ons al regelmatig laten zien. Met Dirt 5 heeft de ontwikkelaar echter een duidelijke richting gekozen.

Pak een tree Red Bull voor in de kofferbak, blaas stampende beats door de speakers en vergeet je Instagram niet iedere vijf minuten te updaten: vanaf het moment dat je Dirt 5 opstart maakt Codemasters duidelijk dat hardcore simulatiefans aan het verkeerde adres zijn. Zij mogen zich lekker storten op Dirt Rally 2.0, al is het niet gek dat ook deze masochisten aankloppen bij Dirt 5. Dirt 4 leunde immers meer naar de serieuzere kant van de sport toe.

De plotselinge wissel van toon heeft vooral te maken met wie dit vijfde deel in de ‘hoofdserie’ van Dirt heeft gemaakt. De game komt namelijk uit de stallen van Codemasters Cheshire, de studio die tot een aantal jaar geleden bekend stond als Evolution Studios. Evolution Studios is zeker geen onbekende met lekker over de top racegames, want naast Driveclub en de originele WRC-games maakte het ook Motorstorm en Onrush. Dit DNA, gecombineerd met het DNA van Dirt 2 en Dirt 3, is dan ook duidelijk terug te zien in Dirt 5. Die rekensom klopt in ieder geval.

[nectar_video_lightbox link_style=”play_button_2″ nectar_play_button_color=”Default-Accent-Color” image_url=”33122″ hover_effect=”defaut” box_shadow=”none” border_radius=”none” play_button_size=”default” video_url=”https://www.youtube.com/watch?v=eFD3R8yQpcg”]

“De weg naar de top is niet lang als je de lift kunt nemen.”

Hey, die ken ik!

Er zijn tegenwoordig maar weinig games meer waarin je niet óf Troy Baker, óf Nolan North terug hoort komen. Mocht je geen fan zijn van de heren, dan moet ik je helaas teleurstellen, want ook in Dirt 5 komen ze allebei voorbij. Of tenminste: je kunt ze horen in de carrièremodus: Troy Baker als je mentor Alex ‘AJ’ Janiček en Nolan North als zijn rivaal Bruno Durand. Daarbij worden de heren ondersteund door de heren van automediabedrijf Donut Media, die tussen de races door podcasts presenteren over de kampioenschappen. Genoeg dus om te luisteren tijdens de carrièremodus van de game.

Helaas is de carrièremodus, inclusief deze optredens, niets meer dan aankleding voor het voltooien van een reeks races. In deze modus is het de bedoeling jezelf omhoog te werken in de Dirt-wereldkampioenschappen, maar echt veel merk je hier niet van. Codemasters geeft je gelukkig wel de keuze wat voor evenementen je wilt doen, zodat je nog iets van controle hebt. Je carrièrepad bestaat uit meer dan 130 evenementen en daarbij kun je in veel gevallen zelf kiezen of je gaat driften in Gymkhana, rondjes racet in de Ultra Cross of van punt A naar punt B rijdt in Rally Raid, of meedoet aan een van de andere negen soorten evenementen.

Helaas miste ik tijdens mijn uren in deze modus wel een gevoel van progressie, waardoor de carrièremodus vooral voelt als een eindeloze stroom aan races zonder dat je groeit. Dit heeft vooral te maken met het feit dat je niet in een lage klasse begint, om je daarna op te werken naar hogere klassen. Per evenement heeft Codemasters wagenklassen voor je geselecteerd om te gebruiken en het enige wat jij nog hoeft te doen is een wagen selecteren. Je verdient met de verschillende races echter bakken met geld, waardoor je binnen no-time de duurste wagens tot je beschikking hebt en je niet het gevoel hebt dat je je best moet doen om in die ene toffe bak te racen. De weg naar de top is niet lang als je de lift kunt nemen.

Met het rubber door de blubber

Gelukkig zijn de momenten die je met je voeten in de klei staat, of in dit geval met het rubber in de blubber, de momenten van pure lol. Zoals al eerder aangegeven omarmt Codemasters Cheshire de geest van Dirt 2 en Dirt 3 volledig. In Dirt 5 is de angst om een fout te maken in een perfecte run verleden tijd. Vanaf het moment dat het startschot klinkt vliegen de coureurs elkaar in de haren en is het echt een strijd om naar voren te komen.

Auto’s klappen tegen elkaar, bochtjes worden al driftend genomen en jezelf over iemand heen katapulteren is aan de orde van de dag in Dirt 5. Met spierpijn van achter je racestuurtje vandaan komen is dan ook niet aan de orde, want de game speelt het lekkerste onderuit gezakt op de bank. De tal van wagens glijden van links naar rechts over het zand, door de sneeuw en door de modder. De studio weet ook de sfeer van de verschillende locaties perfect vast te leggen, of je nu door de besneeuwde dorpjes van Noorwegen racet of over de stoffige Griekse bergen vliegt.

Het is dan ook op momenten jammer dat de game je op de baan de vrijheid net te veel wilt beperken. Onzichtbare muren zijn er bijna overal, maar niet consistent, waardoor je niet goed weet waar de grens ligt. Aangezien de game je niet straft om met volle snelheid in een bocht de buitenrand mee te pakken, is het soms een verrassing als je vast blijft haken of door de game ’terug op de baan’ wordt gezet en van de eerste naar de laatste plaats zakt. Dat terwijl wanneer je een flinke sprong maakt en buiten de baan zou moeten belanden, de game je wel netjes tegenhoudt. Het breekt de game niet, maar slordigheidjes wil ik ze zeker noemen.

[image_with_animation image_url=”33292″ alignment=”” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

“Donuts, drifts en precisie worden beloond terwijl schaamteloos de muur meepakken hard wordt afgestraft.”

Doe het lekker zelf

Misschien ging er direct een belletje bij je rinkelen toen ik het over Gymkhana had, of misschien zei het je wel helemaal niets. Hoe dan ook: de kunstzinnige vorm van het rallyrijden is terug in Dirt 5. Opnieuw zijn er evenementen te voltooien waarbij het niet gaat om als eerste over de finish te komen, maar om juist stijlvol over de baan te glijden. Donuts, drifts en precisie worden beloond, terwijl schaamteloos de muur meepakken hard wordt afgestraft.

Voor creatievelingen zowel op als naast de baan biedt de nieuwe Playgrounds-modus uitkomst. Met deze track editor krijg je een volledig stadion tot je beschikking en is het aan jou om deze naar jouw wens in te richten. Denk aan Trackmania, maar dan met wat minder loopings. Zelf ben ik totaal niet creatief met dit soort dingen, maar de eerste creaties die ik heb kunnen proberen, bieden al een flinke bak extra uitdaging voor diegenen die hun wagens echt onder controle hebben.

Helaas is de hoeveelheid content die ik voor de release heb kunnen proberen nog wat beperkt, aangezien de echte creatievelingen pas de komende dagen en weken hun kunstwerken kunnen gaan opleveren. Dat gebrek aan online medespelers kwam ook naar boven tijdens mijn pogingen de online multiplayer te spelen op de PlayStation 4. Hoewel alle locaties en wagens online gebruikt kunnen worden, kreeg ik het helaas niet voor elkaar gevulde matches te krijgen. Het testen van de online race- en party-modi die Codemasters belooft, laten dan ook nog even op zich wachten.

[image_with_animation image_url=”33290″ alignment=”center” animation=”Fade In” img_link_large=”yes” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Het verlangen naar de nieuwe generatie

Dirt 5 staat momenteel op een kantelpunt, want de game verschijnt aan de vooravond van een nieuwe generatie consoles. Gamers kunnen de game met een gerust hart meenemen naar de PlayStation 5 en Xbox Series, maar die luxe hebben we op het moment van schrijven nog niet. Het zorgt er dan ook voor dat de game mij op het gebied van graphics met gemengde gevoelens achterlaat.

Op zichzelf ziet Dirt 5 er top uit. Wagens zijn waarheidsgetrouw nagemaakt, al had ik liever gezien dat er iets meer kapot aan zou gaan dan alleen wat visuele schade. Hetzelfde gaat op voor de verschillende locaties: je hebt echt het gevoel dat je auto in de sneeuw en modder zakt en stofwolken doet opwaaien op de gravelwegen. Vooral in combinatie met de heftige weereffecten, een knap staaltje werk van Codemasters Cheshire, voelt de game echt als een off-road racegame.

De game leeft echter niet in een bubbel. Met het zien van beelden op de nieuwe generatie consoles in verhouding tot mijn eigen ervaring wordt het dan ook meteen duidelijk dat dit de oudere generatie is. Codemasters probeert dit nog wat weg te poetsen door de optie te bieden in 30 frames per seconde te racen voor wat extra effecten, maar dit kan ik niemand aanraden: in een vlotte racegame als deze wil je die 60 frames per seconde ook op je console gewoon volledig benutten.

Wil je echt het maximale uit Dirt 5 halen en ga je een nieuwe console kopen, wacht dan nog gewoon een week tot je begint. Je ervaring zal er alleen maar beter op worden. Wacht je de nieuwe generatie nog af, of heb je al een dikke game-pc staan en ben je opzoek naar wat moddervette actie, dan is Dirt 5 zeker de moeite waard.

{!{wpv-view name=’review-blok’}!}

Geschreven door:

[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]