Ori and the Will of the Wisps

Review
Kiki de Boer op 2 april 2020
Ori and the Will of the Wisps

Een nieuw avontuur

Toen Moon Studios in 2015 de gamewereld omver blies met Ori and the Blind Forest, kon een tweede deel niet lang uitblijven. In 2017 werd op de E3 aangekondigd dat het verhaal van Ori verder zou gaan in Ori and the Will of the Wisps. Inmiddels zijn we drie jaar verder en ligt de game in de winkels, en mag ik een kijkje gaan nemen in de bossen van Niwen.

De game start meteen na de gebeurtenissen van Ori and the Blind Forest. We zien Naru, Kumo en Ori die kijken naar het laatste ei van Kuro dat uitkomt. Uit dat ei komt een schattig uiltje, die de naam Ku krijgt. De familie is hartstikke gelukkig, er wordt een bed gebouwd voor het nieuwste familielid en uiteindelijk gaat Ku leren vliegen.

Donkere bossen...

Als Ori tijdens een vlucht op Ku’s rug wordt gegrepen door een storm, raken beide gescheiden van elkaar. Ze belanden in de donkere bossen van Niwen en Ori gaat op zoek naar Ku. Hier begint het verhaal pas echt. Wanneer je begint te spelen voelt het spel meteen weer vertrouwd. Ik kan niet zeggen dat het exact hetzelfde is als the Blind Forest, want er zijn toch wat dingen anders.

Zo is het niet meer mogelijk om zelf je opslagpunten te maken door middel van de bekende ‘Soul Links’. Dit doet het spel nu voor je en je moet dus roeien met de riemen die je hebt. Het voegde voor mij een nieuw soort uitdaging toe, omdat ik eerder in lastige gedeelten van een level een Soul Link kon plaatsen om niet alles opnieuw te hoeven doen.

Vertrouwd gevoel

Qua uiterlijk is de game nog steeds net zo meeslepend en prachtig als het eerste deel. De getekende achtergronden, het gelaagde effect als je er doorheen rent – het is allemaal daar. In het eerste deel was ik al onder de indruk van deze stijl en dacht ik dat dit niet meer te overtreffen viel. Ik had het fout! Moon Studios heeft een extra tandje bijgezet voor dit tweede deel en het is te zien, cutscenes zijn prachtig geanimeerd en karakters die je tegenkomt lijken meer tot leven te komen dan ooit tevoren.

De wezens die je tijdens je reis door de bossen van Nibel tegenkomt zijn divers en leuk om te zien. De interactie met de wereld om je heen is in dit spel meer naar de voorgrond getrokken. Het vorige spel focuste meer op Ori en het terugbrengen van het licht in de bossen van Nibel, maar deze game geeft door het toevoegen van meer personages een leuke draai aan de serie.

[image_with_animation image_url=”27944″ alignment=”” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Side quests door het hele bos!

De bewoners van de bossen van Niwen hebben het maar zwaar sinds het licht daar verdwenen is. Een kat-wezelachtig volk genaamd de Moki leven daar verscholen. Maar ze willen je helpen, als je hen natuurlijk ook helpt. Tijdens het spelen kom je in verschillende stukken van de bossen Moki tegen. Ze vertellen je hun probleem en wat ze graag zouden willen om het op te lossen.

Ik ben tijdens het spelen soms nog drukker geweest met de side quests van de Moki dan met de echte verhaallijn. Sommige side quests zitten heel slim verweven in de verhaallijn, iets wat ik heel mooi vond om te zien. De side quests zijn niet verplicht om te doen en kun je in principe laten voor wat ze zijn. Toch zijn ze erg leuk om te doen zodat je de nieuwe wereld waar in je beland bent beter leert kennen zo.

Zoals de naam van het spel al doet vermoeden, is het de bedoeling dat je de dwaallichtjes van het Niwen bos gaat vinden en herstellen om het licht terug te brengen. Tijdens je zoektocht kom je voor verschillende puzzels en obstakels te staan en moet je hier je weg doorheen banen. Als je meteen vanuit de eerste game komt – zoals ik – is het begin van het spel nogal lastig. Je bent al je vaardigheden uit de vorige game gewend en moet nu weer vanaf nul beginnen. Gelukkig leer je snel je vertrouwde technieken terug en leer je zelfs nieuwe dingen.

Ik vond de nieuw toegevoegde vaardigheden erg leuk en ze voegden een nieuwe dimensie toe aan het spel. Zo is de Ability Tree uit de vorige game vervangen voor Spirit Shards. Deze kun je door het spel heen verzamelen bij de bekende lichtgevende bomen, je bepaalt zelf welke Shards actief zijn (slechts drie per keer) en kan zo je eigen speelstijl bepalen. Ik was erg fan van het lichtzwaard Spirit Edge om goed op je vijanden in te hakken. Ook krijg je een aantal passieve vaardigheden die erg handig zijn. Het meteen vastkleven aan een muur vond ik erg fijn, zo hoefde ik niet continu één toets ingedrukt te houden zoals in de vorige game het geval was.

Aan het eind werd het voor mij wel iets lastiger om goed te onthouden wat achter welke knop zit, maar als je eenmaal weer even aan het spelen bent dan komt dat vrij snel weer terug. Je zal alles op alles moeten zetten om jezelf een weg te banen langs de verschillende vijanden en obstakels.

Een waardige opvolger

Ik kan zonder twijfel zeggen dat Moon Studios weer een prachtige game neer heeft gezet. De aansprekende stijl, meeslepende soundtrack en de nieuwe personages maken het voor mij een prachtige opvolger van het verhaal.

Ondanks dat het spel veel overeenkomsten deelt mijn zijn voorganger, is het toch gelukt om er leuke nieuwe elementen, karakters en puzzels in te duwen. Ik ben van het begin tot eind meegesleept met het verhaal en de prachtige visuals hielpen daar zeker bij.

Ik vond het eerst erg jammer dat de Soul Links en het bekende upgrade-systeem uit de Soul Wells geschrapt waren, maar miste ze uiteindelijk minder dan ik dacht. Je upgrades kan je nu kopen bij karakters in het Moki-dorp, maar je kan ook zomaar onderweg tegen de lokale kaartenmaker aanbotsen die zijn waren aan je wilt slijten.

Dat maakte voor mij de game nog net een tikje leuker, want hoe leuk is het om onderweg verscholen karakters tegen te komen die je het net iets makkelijker kunnen maken op dat moeilijke stuk? Al met al is Ori and the Will of the Wisps een prachtige voortzetting op het verhaal uit the Blind Forest.

{!{wpv-view name=’review-blok’}!}

[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]