Demon’s Souls

Review
Jordy Nieuwenhuis op 3 december 2020
Demon’s Souls

De godfather van het Soulsborne-genre

Je houdt ervan of je houdt er niet van. Dat zijn de twee kampen die een game uit het Soulsborne-genre heeft. Iemand die er een beetje van houdt, ben ik in ieder geval nog niet tegengekomen. Op het moment dat Sony de eerste beelden liet zien van de Demon’s Souls-remake was ik ook meteen verkocht. Als fan van het Soulsborne-genre was dit voor mij een passende game om als eerste next-gen exclusive te spelen voor de Playstation 5.

Demon’s Souls is een remake van de game die een totaal nieuw genre inluidde. In 2009 kwam de originele Demon’s Souls uit voor de PlayStation 3. Nu, elf jaar later, is het de eerste en op dit moment enige AAA PlayStation 5-exclusive. Bluepoint Games mocht namens Sony aan de slag om deze game te remaken. Dat Bluepoint Games weet wat het doet, konden we al zien aan de remake van Shadow of the Colossus. Ik kon dan ook niet wachten om meermaals kapotgeslacht te worden in de game.

Boletaria weten te bevrijden

Je bent naar het land Boletaria gekomen om het te redden van de ondergang. De koning van het land heeft gespeeld met donkere krachten en daarbij is de ‘Old One’ vrijgekomen. Aan jou de taak als speler om de koning te verslaan en de Old One terug te sturen naar waar hij vandaan kwam. Meteen als je de game opstart word je in het diepe gegooit. De eerste paar vijanden die je tegenkomt zijn goed te doen en het geeft je een beetje het gevoel dat je het koninkrijk wel even zult bevrijden.

Wetende dat dit een Soulsborne-game is, verdween dit gevoel alweer vrij gauw. Ik kwam namelijk al snel voor een grote poort te staan waar ik niet doorheen kon kijken, dankzij dichte mist. Nou, laten we daar maar eens doorheen stappen dan. Opeens staat er een enorm wezen voor je dat je met een paar rake klappen naar de grond slaat. Op het scherm verschijnt heel groot: “You died.” Dit was de eerste keer doodgaan, maar ik kan je garanderen: zeker niet de laatste keer…

De Nexus

Na je eerste keer doodgaan kom je terecht in de Nexus, waar je weer tot leven wordt gewekt. De Nexus is de centrale hub van het spel, vanuit waar je naar de overige delen van Boletaria kunt teleporteren. In het begin kun je maar naar één plek. Na het verslaan van de eerste baas, speel je echter de andere locaties vrij. In de Nexus bevinden zich ook andere NPC’s met wie je kunt interacteren. Sommige NPC’s willen alleen maar met je babbelen, maar aan anderen heb je ook daadwerkelijk wat. Dikke tip: val niemand in de Nexus aan, want dat kan nog wel wat problemen veroorzaken.

Verder kun je in de Nexus veel andere dingen doen. Zo kun je bij de Maiden in Black je level upgraden door souls te spenderen. Deze souls verzamel je door het verslaan van vijanden en sommige voorwerpen in de wereld kunnen ook nog wat extra souls opleveren. Door te levelen word je sterker, waardoor je vijanden in de wereld makkelijker aankunt. Dat gezegd hebbende: waan jezelf niet meteen een god, want als je niet oppast hebben de vijanden je nog steeds snel te pakken. Naast de Maiden heb je ook nog Stockpile Thomas die je spullen voor je kan bewaren en Blacksmith Boldwin die je wapens voor je kan upgraden.

Gaandeweg tijdens het spelen komen er nog meer NPC’s naar de Nexus, nadat je ze tijdens het spelen bent tegengekomen in de verschillende locaties van Boletaria. Deze personage verkopen wat geavanceerdere wapens en spreuken waarmee je dan hopelijk de rest van levels weer aankunt.

[image_with_animation image_url=”33810″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Het schild is je beste vriend

Elk gevecht dat je aangaat in Demon’s Souls kan zomaar eens je laatste zijn. Het heeft mijn leven meerdere malen gered dat ik standaard met mijn schild omhoog door de wereld liep. Om elk hoekje kan je volgende grafsteen al klaarstaan als je niet oppast. Vooral diegenen die al bekend zijn met de originele Demon’s Souls, zullen herkennen dat de vijanden in feite dezelfde aanvalspatronen hebben als vroeger. Deze zijn wel aangepast om goed om te gaan met 60fps, hieronder daar meer over.

Je kunt de gevechten op meerdere manieren aangaan in de game. Je kunt kiezen voor fysieke aanvallen met je zwaard of knots, wat langere aanvallen met een boog of je pakt een staf/talisman om met magie aan de slag te gaan. Ervaring heeft mij geleerd dat een combinatie van deze manieren wel de juiste weg is. Het is altijd handig als je wat levens van de vijand af kunt krijgen met een boog of magie op afstand, om vervolgens je zwaard te pakken om het af te maken.

[image_with_animation image_url=”33812″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Hulp nodig? Je hoeft maar te roepen

Waar je bij de normale vijanden nog wel meestal wegkomt, is het bij de bazen een totaal ander verhaal. Deze bazen, die meestal het einde van een gebied kenmerken, is waar je het vaakst het loodje gaat leggen. Als de maat vol is en je op het punt staat om met de controller te gaan gooien, heb je altijd nog de optie om de hulp in te schakelen van een andere speler. Hier zitten echter ook consequenties aan vast.

Je hebt twee vormen die je kunt aannemen tijdens het spel: een menselijke en een fantoom-vorm. In de je menselijke vorm heb je de volledige levensbalk tot je beschikking, terwijl je in de fantoom-vorm maar de helft hebt. Dan zul je denken: dan blijf je toch gewoon mens? Daar heb je deels gelijk in. De menselijke vorm mag dan meer levens hebben, maar je kunt ook lastig worden gevallen door andere spelers die je een kopje kleiner willen maken. Tegelijkertijd kun je ook alleen de hulp van iemand anders inroepen als je de menselijke vorm bent en alleen je hulp aanbieden in fantoom-vorm. Om van mens naar fantoom te gaan is niet zo moeilijk: je gaat gewoon dood en dan ben je er. Dit is dus geen keuze. De andere kant op is wat lastiger: je moet hiervoor of een baas verslaan of een voorwerp vinden die dit voor elkaar krijgt.

[image_with_animation image_url=”33809″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Wat is er anders?

Dat de graphics flink zijn opgepoetst is in één oogopslag wel te zien en de wereld voelt ook een stuk levendiger aan dan het origineel. Er is een groot scala aan nieuw items toegevoegd aan de game, waaronder nieuwe uitrusting, wapens en bruikbare voorwerpen. Demon’s Souls maakt misschien niet zo goed gebruik van de adaptive triggers, maar de haptic feedback draagt zeker bij aan je spelervaring. Een goed voorbeeld hiervan is als je met je zwaard een schild van de vijand raakt. Je voelt door je controller heen dat je iets groots en logs raakt.

Demon’s Souls kun je op twee manieren spelen. Ten eerste kun je de game in performance mode zetten. Hierdoor worden de graphics wat minder, maar speel je wel op 60fps. De andere mode waar je de game op kunt zetten is cinematic; hierdoor worden de graphics flink verbeterd, waardoor de omgevingen er prachtig uit zien. Zeker in de Nexus is het onderscheid tussen de twee modi goed te zien.

Ik heb hem zelf niet lang in de cinematic mode gelaten. Persoonlijk offer ik graag wat graphics op om die 60fps te halen, al ziet er het er zelfs dan nog prachtig uit. Je hebt die extra frames wel echt nodig. Het speelt veel vloeiender op die manier en je kunt dus sneller reageren op de aanvallen van de vijand. Het gaat hier om leven of dood natuurlijk.

[image_with_animation image_url=”33815″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Hardcore

Voor de veteranen misschien wel een leuke toevoeging is de Fractured-modus. Deze mode zorgt ervoor dat het beeld horizontaal gespiegeld wordt en dat zorgt voor een hele andere ervaring. Als fan van het genre kan ik wel zeggen dat ik deze game niet zou aanraden als je nog nooit dit soort spellen hebt gespeeld. Andere games uit het genre, zoals Dark Souls of Sekiro, vond ik persoonlijk iets meer vergevingsgezind. Dat komt voornamelijk doordat je daar vaak een checkpoint en/of shortcut net voor de baas had, terwijl dat in Demon’s Souls dus niet het geval is.

Alles bij elkaar opgeteld heeft Bluepoint Games weer een mooie remake afgeleverd die er visueel prachtig uitziet. Dat de game kan draaien op 60fps is naar mijn mening een goede toevoeging; wat bij betreft is dit de manier hoe je hem moet spelen. Ik denk niet dat ik games uit het Soulsborne-genre weer op 30fps kan spelen na deze ervaring.  Voor de mensen die hem wat te lastig vinden, heb ik maar één antwoord en dat is: Git Gud…

{!{wpv-view name=’review-blok’}!}

Geschreven door:

[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]