Terug naar Outland in The Burning Crusade Classic

Afgestoft
Robert Zomers op 18 juni 2021
Terug naar Outland in The Burning Crusade Classic

De Black Temple is nog ver weg

Sinds de release van World of Warcraft Classic is een deel van de fanbase van de achttien jaar oude game overgestapt naar de retroservers. Hier is World of Warcraft weer te spelen zonder group finders, WoW tokens of Pandaren. ‘Toen alles nog goed was’ zoals veel fans van het eerste uur graag zeggen. Niet heel toevallig zijn dit ook de spelers die bij jongere spelers steeds meer als opa’s met sterke verhalen gaan klinken. Toch heeft deze Classic-versie van de legendarische MMO wel zijn charme.

Wanneer een medespeler aan mij vraagt sinds wanneer ik World of Warcraft speel, kan ik altijd met gepaste trots zeggen dat ik sinds vanilla rondloop in Azeroth. Toch kan ik mezelf niet echt een speler van het eerste uur noemen, omdat ik slechts twee weken voor het uitkomen van The Burning Crusade level 60 haalde. Dat betekent dat niet Molten Core of Naxxramas het eerste grote WoW-event was dat ik meemaakte, maar het openen van de Dark Portal. Daarom keek ik nog meer uit naar de release van The Burning Crusade Classic dan de oorspronkelijke release van World of Warcraft Classic.

You are not prepared

In de weken voor de release van de eerste World of Warcraft-uitbreiding had ik maar één doel: level 60 worden. Ik had de grote raids en dungeons tot die tijd allemaal moeten missen omdat ik pas eind 2006 instapte. Voor het openen van de Dark Portal maakte het niet uit dat ik geen epic gear had en kon ik met de rest van mijn guild ten strijde trekken tegen Illidan.

Het moment dat de poort midden in de nacht openging, was het dagenlang ogres in Deadwind Pass killen het dubbel en dwars waard, ook al werden we er vrijwel meteen uitgegooid omdat de servers het niet aankonden. Daarna liep ik al snel tegen de nodige barrières aan. Zo was mijn gear voor een groot deel nog level 50 en had ik geen geld voor een epic mount, voornamelijk omdat ik niet doorhad dat professions een best wel belangrijk onderdeel waren in de game.

We spoelen door naar 2021 en ik sta opnieuw voor de Dark Portal naar Outland. Deze keer met een level 58 Tauren Shaman die ik schaamteloos heb geboost met de veelbesproken Dark Portal Pass. Ik snap helemaal dat je voor de echte Classic-ervaring zelf je personage moet levelen, maar helaas ben ik ergens rond level 30 blijven hangen. Deze keer had ik geen zin om eindeloos ogres te grinden in Deadwind Pass om net op tijd te zijn voor het opengaan van het portaal naar Outland.

OOM

Dat gaf mij wel meteen de  gelegenheid om te testen of het oneerlijk is dat je met de boost meteen wat gear, een mount en een handjevol goud mee krijgt. Bij de aankondiging van The Burning Crusade Classic lag dit erg gevoelig bij de trouwe fans van de game. De Classic-spelers vonden het juist prettig dat je niets met echt geld in de game kon vergaren, in tegenstelling tot de gewone (retail)versie van WoW waar de level boosts al een tijdje aanwezig zijn.

Een terechte zorg, maar ik was toch erg blij dat ik op deze manier de Dark Portal door kon op 1 juni. Daarnaast was er van voordeel op andere spelers geen sprake. Mijn gebrek aan kennis over mijn kersverse Elemental Shaman en de middelmatige gear die je bij de boost krijgt, zorgde ervoor dat ik allesbehalve voorbereid was op het avontuur in Outland.

Het gebrek aan voorbereiding zorgde er namelijk niet alleen voor dat elke Hellboar mijn HP-balk decimeerde, maar ook dat ik mijn volledige manabalk moest leegtrekken om te zorgen dat het hellebeest eerder het loodje legde dan ik. Door de retailversie was ik vergeten hoe belangrijk mana-management was in de eerste fase van World of Warcraft. Het was meteen een uitdaging om te zorgen dat ik mijn spells goed afwisselde met wat melee-aanvallen.

[nectar_video_lightbox link_style=”play_button_2″ nectar_play_button_color=”Default-Accent-Color” image_url=”36695″ hover_effect=”defaut” box_shadow=”none” border_radius=”none” play_button_size=”default” video_url=”https://www.youtube.com/watch?v=lbPnbKRZ9vw”]

“Ik moest mijn volledige manabalk leegtrekken om te zorgen dat het hellebeest eerder het loodje legde dan ik”

De kracht van World of Warcraft Classic

Het was erg prettig om The Burning Crusade Classic meteen de eerste dagen na de launch te spelen, want op dat moment waren er nog genoeg andere spelers in de buurt die er net zoveel moeite mee hadden als ik. Dat zorgde ervoor dat er voor de meest simpele quests vaak al een party gevormd kon worden, om zo een serie quests samen te doen.

De quests doe ik in de huidige versie van WoW enkel nog met bekenden uit mijn guild en dat is precies de kracht van de Classic-versie van de game. Voor alles heb je andere spelers nodig en zonder group finder moet je echt met anderen in gesprek om een groep te vormen. Dat kost wat meer tijd, maar geeft je meteen weer het klassieke MMO-gevoel, waarbij je constant in contact bent met medespelers. Dit is iets dat de meeste MMO’s en zeker het moderne World of Warcraft steeds minder hebben.

[image_with_animation image_url=”36694″ alignment=”center” animation=”Fade In” border_radius=”none” box_shadow=”none” max_width=”100%”]

Plezier kent geen tijd?

De gemiddelde World of Warcraft-speler die bij het openen van de Dark Portal in 2007 aanwezig was, is inmiddels student-af en al helemaal geen puber meer met zeeën van tijd. Hoewel ik vol enthousiasme begon aan mijn Classic-avontuur in Outland, merkte ik ook meteen dat het een uitdaging was om de game gedurende een paar weken met enige regelmaat te spelen.

De meeste quests en andere doelen in de game vragen al gauw om een wat langere speelsessie en met het trage leveltempo wil je aan het einde van je sessie ook weer in een dorp eindigen zodat je rested XP krijgt. Dat betekent dat je Classic minder makkelijk speelt voor een halfuurtje, zoals dat bij retail het geval is. Dat is dus minder goed in te passen in een veertigurige werkweek met daarnaast allerlei andere verplichtingen.

Daarmee blijft Classic voor mij helaas een game waarin ik heel af en toe een paar uur weer even nostalgisch kan rondlopen in de wereld waar ik tijdens mijn middelbare schooljaren uren achtereen doorbracht. Het gaat echt wel even duren voor ik level 70 ben en er is een goede kans dat Illidan tegen die tijd allang is afgevoerd naar een diepe kerker. Toch is het heel bijzonder om je na al die jaren weer door Hellfire Peninsula heen te worstelen en bij de sprookjesachtige Sporeggar op bezoek te gaan. Dat kan in het huidige World of Warcraft ook, maar dat geeft toch niet hetzelfde nostalgische gevoel als het Outland zoals die er in 2007 bij lag.

Geschreven door:

[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]