The Conjuring: The Devil Made Me Do It

Review
Rogina Hassan op 10 juni 2021
The Conjuring: The Devil Made Me Do It

Van lentekriebels naar zomergriezels!

Regisseur en horrormeester James Wan laat deze zomer het filmpubliek weer lekker griezelen met een nieuw deel in zijn bekroonde filmreeks The Conjuring. Wan breidt zijn paranormale horroruniversum uit met The Conjuring: The Devil Made Me Do It. Hoe is deze film kort te omschrijven? Simpel: een bezeten rechtszaak, gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

De timing van deze nieuwe, enge film kon niet beter. De bioscopen zijn weer open en filmliefhebbers worden getrakteerd op een spannend en bloedstollend avontuur. Paranormale detectives en bezeten kinderen zijn misschien niet ieders pakkie ‘an, maar het is het zeker waard om deze film in een donkere zaal op het witte doek te zien. Al is het maar om keer op keer te schrikken van de uitstekende surround sound-effecten.

Bekijk hieronder op eigen risico de trailer van de nieuwste Conjuring-film:

Spoiler

Let op: dit artikel bevat milde spoilers, in dit geval achtergrondinformatie over de rechtszaak. Wil je zeker weten dat je niets over The Conjuring: The Devil Made Me Do It te weten komt? Ga dan terug naar de homepage. Je bent gewaarschuwd.

30 jaar eerder...

Het verhaal is gebaseerd op de waargebeurde “Devil Made Me Do It”-zaak uit 1981. Deze rechtszaak werd gespannen tegen de negentienjarige Arne C. Johnson, wat ook zijn echte naam in de film is. Dit was het eerste proces in de Verenigde Staten waarin de verdediging onschuld probeerde te bewijzen op basis van de bewering van demonische bezetenheid. Het werkte enigszins: in plaats van tien tot twintig jaar cel kreeg Arne ‘slechts’ vijf jaar gevangenisstraf op basis van eerstegraads moord.

Oude bekenden en nieuwe gezichten

De hoofdrollen van de film worden zoals altijd vertolkt door Patrick Wilson en Vera Farmiga. De acteurs portretteren in deze horrorreeks het iconische paranormale detectiveduo Ed en Lorraine Warren. Een leuke toevoeging aan het verhaal van Ed en Lorraine is dat we in dit deel hun eerste ontmoeting te zien krijgen. Een hartverwarmende flashback, die erg in contrast staat met de toon van de rest van de film.

Het verhaal speelt zich af in de Amerikaanse staat Connecticut en werkt voor het grootste gedeelte ook met de echte namen van personages. Zo speelt acteur Ruairi O’Connor de rol van Arne C. Johnson, Sarah Catherine Hook portretteert zijn liefje Debbie Glatzel en kindacteur Julian Hilliard schittert als het bezeten kleine broertje David Glatzel.

De Ierse O’Connor zet een geweldige en gruwelijke prestatie neer tijdens het spelen van de bezeten Arne. Dit zie je bijvoorbeeld in de scènes waarin Arne vecht tegen de demonische overname of radeloos wordt van machteloosheid. Als kijker krijg je hierdoor een dubieus gevoel. Een mix van oncomfortabel medelijden, hoe grotesk de bezeten Arne er ook uitziet. Het acteerwerk van Hook verdient ook een kleine ovatie. De onvoorwaardelijke liefde van haar personage voor Arne is iets wat het publiek hoop geeft tussen alle gruwelijkheden door. Ook Julian Hilliard is geen vreemde voor dit soort duistere films. De jonge acteur speelde niet lang geleden nog een hoofdrol in de horrorserie The Haunting of Hill House.

[image_with_animation image_url=”36652″ animation=”Fade In” hover_animation=”none” alignment=”center” border_radius=”none” box_shadow=”none” image_loading=”default” max_width=”100%” max_width_mobile=”default”]

Meer dan alleen jumpscares

Wat gelijk opvalt aan de opening van The Conjuring: The Devil Made Me Do It, is dat de film bijna direct begint met bloedstollende actie. Dit is iets anders dan de voorgaande films, die voornamelijk gebruikmaakten van spanningsopbouw en jumpscares. Voor dit deel van de filmreeks is gekozen voor een gewelddadige en intense entree tot het verhaal.

The Devil Made Me Do It heeft hier en daar geleerd van kritiek op voorgaande films uit het Conjuring-universum. Het werk van James Wan, waaronder ook de bekende Insidious-filmreeks, maakt erg veel gebruik van jumpscares. Niet per se een probleem, tenzij ze puur ingezet worden om een schrikreactie bij het publiek uit te lokken. Dan kunnen ze nogal zwak en overbodig overkomen. Deze film doet dit een stuk minder, door middel van meer slow burn spanningsopbouw.

Natuurlijk zijn er horrorclichés, zoals het onderzoeken van rare geluiden in plaats van hard weg te rennen. Maar nutteloze, niet-spanningsopbouwende schrikmomenten zijn er gelukkig amper. Voor de kijkers is schrikken niet het enige waarvoor ze de film aanzetten. Anders kon de hele film eenvoudigweg uit harde geluiden en plotselinge lichtflitsen bestaan. Nee, een bedreiging die langzaam op je afkomt kan net zo goed of zelfs beter werken om je de stuipen op het lijf te jagen.

Heb ik iets gemist?

Een groot nadeel van de film is echter dat het te veel in één verhaal probeert te proppen en hierdoor het overzicht een beetje verwatert. Plotelementen erbij verzinnen die losstaan van het waargebeurde verhaal is niet ongebruikelijk. Wel moeten deze nieuwe elementen logisch zijn, of op z’n minst nog te volgen zijn. De oorzaak van alle demonische ellende was iets wat ik tot dusver wel kon volgen. Na afloop van de film – met fascinerende audiofragmenten en beelden van het echte paranormale onderzoek uit ‘81 – bleef ik simpelweg verward achter. Het motief van de ‘schurk’ was geheel onduidelijk. Macht? Wraak? Verveling? Best teleurstellend, gezien de antagonist een erg belangrijk en interessant personage was.