Bo Burnham: Inside

Review
Kevin Rombouts op 15 augustus 2021
Bo Burnham: Inside

Wat een jaar binnen zitten met een mens kan doen

Laten we eerlijk wezen: de afgelopen anderhalf jaar zijn voor niemand makkelijk geweest. De gradaties willen echter nogal verschillen: terwijl de pandemie voor sommige mensen enkel betekende dat ze nu nog vaker thuis moesten zitten, verloren anderen familie, vrienden en werk. Dat ook de cultuursector hard werd geraakt, hebben we vaak genoeg voorbij zien komen. Maar wat doe je als performer wanneer je anderhalf jaar niet kunt optreden? De Amerikaanse comedian Bo Burnham besloot gewoon thuis een special te maken en op te voeren. Het resultaat, Inside, is echter alles behalve gewoon…

Inside begint redelijk simpel: een kleine witte kamer, een stoel, een keyboard en nog wat meubels. Op het eerste gezicht ziet het er leeg uit, maar later zakt de realisatie in dat je tegen de helft van Burnham’s appartement aan kijkt. Een gevoel van claustrofobie kruipt dan ook steeds verder omhoog, iets waar de comedian meesterlijk mee omgaat tijdens de rest van zijn anderhalf uur durende special.

Een neerwaartse spiraal

Waar het eerste shot zo clean en fris is, verandert de toon al snel bij het eerste nummer: de ruimte is nu donker en Burnham zit in een wit t-shirt en witte onderbroek op een stoel terwijl hij zingt over wéér een dag binnen blijven en de moeite die hij moet doen om uit zijn bed te komen. Depressieve gevoelens en hoe hij daarmee omgaat gaan dan ook als een rode draad door de hele special heen, al is een rode draad in dit geval een ruim begrip aangezien de special vooral een incoherente mengelmoes is.

Toch maakt deze mengelmoes de special juist zo impactvol. Het laat heel goed zien hoe Burnham steeds verder lijkt te zakken in zijn depressie en manische gedrag. Zijn haar wordt steeds langer, zijn baard groeit en zijn gelaat gaat er steeds slechter uitzien. Een jaar alleen binnen zitten terwijl je probeert grappen te schrijven en liedjes te maken voor een special hakt er flink in. Helemaal bij Burnham, die al vijf jaar lang niet op het podium heeft gestaan en in januari van 2020 besloot om weer het podium op te klimmen. Hoe de plannen anders kunnen lopen…

[nectar_video_lightbox link_style=”play_button_2″ nectar_play_button_color=”Default-Accent-Color” image_url=”37317″ hover_effect=”defaut” box_shadow=”none” border_radius=”none” play_button_size=”default” video_url=”https://www.youtube.com/watch?v=k1BneeJTDcU”]

Vooral het maniacale Welcome To The Internet is een hoogtepunt, waarin Burnham je als een heuse schurk welkom heet tot het internet en tegelijk zijn snode plannen lijkt uit te leggen.

Onnavolgbare musical

Hoewel Inside duidelijk een comedy-special is, is het alles behalve een man die anderhalf uur op een podium grapjes staat te vertellen. Burnham heeft vooral gekozen om zijn scènes als liedjes ten gehore te brengen, waarbij hij de autotune volop inzet. Het is een onnavolgbare musical waarin je wordt meegenomen door tal van emoties en vraagstukken.

Daarbij gaat het niet alleen om depressie en binnen zitten. Ook reflecterende vraagstukken als “Kun je nog wel grappen maken in onze tijd?” en “Wat is de impact van de dingen die je vroeger hebt gedaan?” komen voorbij, afgewisseld met nummers over Jeff Bezos, facetimen met je moeder en sexting. Vooral het maniacale Welcome To The Internet is een hoogtepunt, waarin Burnham je als een heuse schurk welkom heet tot het internet en tegelijk zijn snode plannen lijkt uit te leggen.

Dat wil niet zeggen dat ieder moment gevuld is met muziek: soms zijn er momenten dat de comedian een kleine monoloog houdt terwijl de camera op een spiegel staat gericht, of dat we een blik krijgen in zijn creatieve proces. Op andere momenten krijgen we sketches, waarin Burnham onder andere de YouTube-reactiefilmpjes en livestream-cultuur op de hak neemt.

Indrukwekkende one-man-show

Met Inside krijg je anderhalf uur aan persoonlijke reflectie, worsteling met depressie en manische ups en downs voorgeschoteld. Allemaal op zo’n manier gestileerd dat je volledig wordt meegenomen in de emoties van Burnham. Wat het geheel des te indrukwekkender maakt is dat het hier letterlijk om een one-man-show gaat. In de special doet Burnham alles zelf: niet alleen het zingen en het maken van de muziek, maar ook het filmen, regisseren en bewerken van het materiaal wordt allemaal door de comedian gedaan.

Daarbij maakt hij geweldig gebruik van de kleine ruimte waarin hij eigenlijk al een jaar opgesloten zit. Doordat de positie van de camera regelmatig afgewisseld wordt, heb je toch het idee dat het geheel vrij dynamisch is, terwijl de hele special in een ruimte van nog geen vijftig vierkante meter is opgenomen.

Daarnaast maakt Burnham goed gebruik van verschillende editing-technieken, zoals het heel langzaam inzoomen waardoor de ruimte steeds kleiner en claustrophobischer lijkt te worden, terwijl het panisch wisselen tussen shots de mentale instabiliteit in laat slaan als een bom. Na ruim een jaar binnen zitten kunnen we dat sentiment allemaal wel begrijpen…